top of page

Wiebelei


Bij de muziekochtend worden we zacht in het seizoen gedrukt. Met een lied. Of een paastak. Een ei. Dat is fijn voor een type als ik, dat niet naar de kalender leeft. Ik was al nooit zo on-top-of the planning, maar sinds ik moeder ben, zie ik er al helemaal geen heil meer in om volstrekt tegen ‘t natuurlijke ritme van de kinderen in, overspannen te worden van een zelfbedacht schema. Ik vaar mee met wat ter tafel komt en heb iedere dag zin om te gaan wandelen, dus dat doen we gewoon.

Wiebelei, wiebelei, oh zo lekker warm bij mij zingen we met ons kind in onze armen. Wat is er weinig nodig om het fijn te hebben met elkaar. En wat is het soms moeilijk om je te laten vinden door de eenvoud. In een knuffel verstrengeld, voel ik haar en mijn lijf als afzonderlijk en toch voel ik niet waar het hare begint en het mijne eindigt. Als het liedje stopt, voel ik een lichte paniek. Oh god! Het is weer bijna Pasen. Hoe ga ik dát uitleggen aan mijn dochter? Ik wil graag vieren wat het betekent om te leven. Met Pasen vorig jaar, wist ik nog niet dat mijn vader nog maar drie maanden te leven had. Dat heeft mij veranderd. Zoals we gisteren anders waren dan vandaag, door wat we meemaken, doorleven en ervaren. Sinds mijn vader is overleden, is de dood minder eng geworden. Want in zijn laatste maanden, stond het leven – naast angst voor het moeten missen – in teken van contact. Door een noodlot, kreeg hij een hersentumor die zich zo snel ontwikkelde, dat hij niet meer geopereerd kon worden. Mijn vader was binnen een paar dagen van pratend, lopend, lachend een stil liggende man met een glad voorhoofd geworden. Wij konden ons onmogelijk tot zoiets gruwelijks verhouden. Mijn vader heeft ons daarmee geholpen, zonder moeite. Zijn lage bewustzijn, zijn droomtoestand zorgde ervoor, dat zijn hart wagenwijd open was gaan staan. Zoals kinderen dat van nature doen, maar wat je soms verleerd, door kwetsuren of trauma’s, door tegenvallers en missers. Het was een haast heilige ervaring voor mij. Ik pakte zijn hand vast en daar was het. Wat je ook voelt bij het wiebel-ei. Liefde en energie die stroomt, die overstroomt.

Het is de eerste Pasen na mijn vaders dood en het is zo dat het gras nog wat groener lijkt, het geel van de narcissen feller en de lucht frisser op mijn huid voelt. Afscheid van alles dat ons mens maakt én het besef dat we nooit afscheid nemen van onze ziel of hoe we dat ook noemen, heeft de ziel van de dingen meer aan me blootgelegd. Van een wolk of een lucht. Een bloem of een bij. En dát wil ik graag vieren met Pasen.

Meer bezielde bommetjes 

bottom of page